Schaakmat

Gepost door Liesbeth Hermans op zondag, januari 26, 2014 Onder: Liesbeth Hermans


Mijn man leert schaken aan groepen 5, 6 en 7. Hij komt een hele middag langs met een krat vol borden en stukken. Aan het eind kunnen alle leerlingen een potje spelen. De les zit goed in elkaar, dat is Jon wel toevertrouwd als voormalig PABO-docent.

“Als ik JA zeg, pak je één zwarte toren. Die zet je op veld h8. En het deksel doe je weer op de doos. JA!” Twintig à dertig enthousiaste tienjarigen gaan grabbelen, dan ontstaat onontkoombaar een driftig geroezemoes. Meester Jon hoeft alleen maar zijn vuist omhoog te steken. Dan ontrolt zich een soort “wave” en de rust keert weer. Wel handig dat praktisch alle groepen hetzelfde teken kennen!

In de ene klas is het al na een halve minuut doodstil en kan meester verder met zijn uitleg. Dezelfde opdracht in dezelfde schaakles door dezelfde leerkracht heeft in een andere klas op een andere school een heel ander effect. Minuten lang babbelen de leerlingen daar door. Heel enthousiast. Maar zonder benul ervan dat ze met een groep zijn. Moest de vuist omhoog? O ja, meester wilde wat gaan vertellen. Is ook zo. Ze zijn helemaal niet van slechte wil, hoor! Maar ze hebben weinig discipline. Hun houding is nauwelijks gericht op opletten en onderwijs ontvangen.

Dezelfde les duurt in de ene groep anderhalf uur, in de andere twee. Hoeveel onderwijstijd scheelt dat op een hele dag? Mag je op grond van één zo’n les conclusies trekken? Of er een goede werkhouding heerst, ligt dat aan de school? Aan het team? Aan de individuele leerkracht?

Jon kan het nog sterker vertellen. Op een dinsdag had hij een groep 6. Opgetogen kwam hij thuis. Allemaal veel geleerd, ze hingen aan zijn lippen! Vier leerlingen boden zelfs aan om mee op te ruimen: het lokaal weer netjes op orde, de vloer aangeveegd en de schaakspullen mee terug in de auto gesjouwd. Let wel: na schooltijd!

Drie dagen later kwam hij in dezelfde school bij de parallelklas. Voor het eerst na ongeveer dertig keer staakte hij zijn les voortijdig. Alle schaakregels aanleren, dat was niet meer haalbaar, partijtjes spelen tot besluit dus ook niet. De helft was om de dertig seconden totaal afgeleid. En dat uitte zich op allerlei manieren. De groepsleerkracht zat ermee omhoog. “Ja, het is een moeilijke klas. Veel kinderen vereisen een eigen aanpak. Als buitenstaander ken jij die natuurlijk niet. Maar je treft het ook wel slecht, hoor: vrijdagmiddag en nog wel vlak voor de vakantie!”

Tja…, hoeveel heb je als leerkracht zelf in de hand? Beleidsmakers lijken soms te denken dat  onderwijs geven een kwestie is van weten wat je doen moet en dat dan ook dóen. Zou het werkelijk zo eenvoudig zijn?


Liesbeth Hermans (52) heeft dertig jaar in het onderwijs gewerkt. Afgelopen vier jaar schreef ze scherpe columns voor het ‘Schooljournaal’. Ik ben blij dat ik af en toe een oude column van haar mag plaatsen.

Liesbeth bundelt haar columns van de afgelopen vier jaar in een boekje. Binnenkort meer informatie hierover.

In: Liesbeth Hermans 


Tags: schaken  discipline  werkhouding  parallelklas  beleidsmakers 
blog comments powered by Disqus

 

 

Vond je dit een leuk blogbericht? Vul hiernaast vrijblijvend je naam en email in en ontvang GRATIS:

  • ‘150 Tips …om kinderen te laten zien dat je om ze geeft’ (Ebook).
  • Updates! Ik houd je op de hoogte van belangrijke updates.
  • Ontdek ook (net als 2247 anderen) hoe jij (nóg) positiever voor je klas staat.
150 Tips Positief Leren




 

Niks Missen? Like Mij

Mooi en gezondMooi en gezond